-
1 contact
1 [aanraking] contact♦voorbeelden:het contact is verbroken • we've been cut offhet dagelijks contact onderhouden met • be daily in touch with, keep day-to-day contact withcontact opnemen met iemand (over iets) • contact someone, get in touch with someone (about something)wisselende seksuele contacten • multiple sexual contactsin contact blijven met • keep in touch withiemand in contact brengen met • put someone in contact/touch with -
2 contact opnemen met iemand (over iets)
contact opnemen met iemand (over iets)contact someone, get in touch with someone (about something)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > contact opnemen met iemand (over iets)
-
3 contact met iemand houden
contact met iemand houdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > contact met iemand houden
-
4 in contact treden met iemand
in contact treden met iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in contact treden met iemand
-
5 iemand in contact brengen met
iemand in contact brengen metput someone in contact/touch withVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in contact brengen met
-
6 een goed contact met iemand hebben
een goed contact met iemand hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een goed contact met iemand hebben
-
7 treden
1 [gaan] step♦voorbeelden:de rivier is buiten haar oevers getreden • the river has overflowed (its banks)in iemands voetstappen treden • follow in someone's footstepsin bijzonderheden treden • go into detail(s)in dienst treden • take up one's dutiesin contact treden met iemand • contact someonein het huwelijk treden (met) • get married (to someone)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [overtreden] trample/tread (on)2 [de voet zetten op; bespringen] tread♦voorbeelden:1 iets met voeten treden • trample on/violate something -
8 houden
1 [behouden] keep2 [vast-, tegenhouden] hold3 [niet laten vallen] hold4 [tot zijn gebruik, genoegen in huis hebben; ook met betrekking tot personeel] keep5 [niet opgeven, niet verlaten] hold, keep7 [in een (toe)stand laten blijven] keep11 [+ voor] [achten] take to be ⇒ consider to be/as♦voorbeelden:1 zijn geur/kleur/smaak houden • keep its aroma/colour/tasteje mag het houden • you can keep/have itiets voor zichzelf houden • keep something for oneselfhij was niet te houden • there was no stopping himer was geen houden meer aan • it could no longer be stopped4 kippen/duiven houden • keep hens/pigeonsvreemde ideeën/gewoonten erop na houden • have funny ideas/habitswat voor politieke ideeën houdt hij erop na? • what are his political ideas?rechts houden • keep (to the) rightde blik op iets gericht houden • keep looking at somethinglaten we het gezellig houden • let's keep it/things niceik zal het kort houden • I'll keep it shortde prijzen laag houden • keep prices down/lowlaten we het netjes houden • let's keep it cleaniemand eronder houden • keep someone downhij kan er niets in houden • he can't keep anything downiemand aan het werk/aan de praat houden • keep someone busy/talkingergens een lucifer bij houden • put a match to somethinghij kon er zijn gedachten niet bij houden • he couldn't keep his mind on itiets tegen het licht houden • hold something up to the lightiemand tegen zich aan houden • clasp someone to oneselfiemand van zijn werk houden • keep someone from his/her workhou je commentaar maar vóór je • keep your remarks to yourselftwee mensen/zaken niet uit elkaar kunnen houden • not be able to tell two people/things apartik kon hun namen niet uit elkaar houden • I kept getting their names mixed uporde houden • keep order9 een lezing houden • give/deliver a lectureuitverkoop houden • hold/have a sale10 (een) café/winkel houden • keep/run a café/shopiets voor gezien houden • leave it at that, call it a dayiemand voor zijn broer houden • mistake someone for his brotherwaar hou je me voor? • what do you take me for?ik hou het niet meer • I can't take/stand it any moreik hou(d) het erop dat hij onschuldig is • I consider him (to be) innocenthet bij frisdrank houden • stick to soft drinkshet met iemand houden • 〈 onder één hoedje spelen〉 be in with someone; 〈 met betrekking tot seksuele relatie〉 be carrying on with someonewe houden het op de 15e • let's make it the 15th, thenik hou het op Ajax • I'm backing Ajax1 [+ van] [liefhebben] love4 [het niet begeven] hold♦voorbeelden:veel van iemand houden • love someone a lot/very muchvan iemand gaan houden • fall in love with someone2 niet van dansen/cognac houden • not like dancing/cognachij houdt wel van een grapje • he likes a bit of jokezij houdt niet van dat soort grapjes • she doesn't like those kinds of jokeshij houdt niet zo van feestjes/toespraken • he's not (much of a) one for parties/speechesik hou meer van bier dan van wijn • I prefer beer to winedie knoop houdt niet • that knot won't holdde verf houdt niet • the paint won't stick/is peelingIII 〈wederkerend werkwoord; zich houden〉1 [+ aan] [niet afwijken van] keep to 〈 regels, dieet, verdrag, termijn, programma, afspraak〉; adhere to 〈 overeenkomst, instructies〉; abide by 〈 beslissing, vonnis〉; comply with, observe 〈 regels, voorwaarden, regel van de wet〉2 [blijven] keep3 [schijn aannemen] pretend to be♦voorbeelden:2 zich goed houden • 〈 niet lachen〉 keep a straight face; 〈 zich niet door emoties laten overmannen〉 bear up wellhij kon zich niet goed houden • he couldn't help laughing/cryingik zou me er maar buiten houden • I'd keep out of it (if I were you)hou je erbuiten! • (you) keep out of it!3 zich dom/slapend houden • pretend to be deaf/asleep¶ hij wist niet hoe hij zich moest houden • he didn't know what to do/how to behave -
9 oog
1 [gezichtsorgaan, ook figuurlijk] eye4 [opening] eye5 [met betrekking tot kledingstukken] eye(let)7 [plantkunde] eye♦voorbeelden:een blauw oog • a black eyegoede ogen hebben • have good eyes/eyesighteen lui oog • a lazy/wandering eyezijn ogen bederven • ruin one's eyesgeen oog dichtdoen • not sleep a winkzijn ogen geloven/vertrouwen • believe/trust one's eyeshij had alleen oog voor haar • he only had eyes for herheb jij geen ogen? • haven't you got eyes in your head?ogen hebben van voren en van achteren • have eyes in the back of one's head〈 figuurlijk〉 dat heeft mij de ogen geopend • that opened my eyes/was an eye-opener for mezij maakte haar ogen op • she made up her eyesde ogen sluiten voor iets • close one's eyes to somethingzijn ogen uitkijken (aan iets) • stare one's eyes out (on something)iemand de ogen uitsteken • make someone jealous/green with envyzich de ogen uitwrijven • rub one's eyesaan één oog blind • blind in one eyeiemand iets onder vier ogen zeggen • say something to someone in privateik kan niet meer uit mijn ogen zien (van vermoeidheid) • I can't keep my eyes open (any more)〈 figuurlijk〉 kun je niet uit je ogen kijken? • can't you look where you're going?voor iemands ogen • in front of someone's (very) eyeszijn ogen de kost geven • take it all inzijn ogen zijn groter dan zijn maag • his eyes are bigger than his stomachzijn ogen in zijn zak hebben • not use one's eyes〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • an eye for an eye, a tooth for a toothmet een scheef oog kijken naar • look askance atzij kon haar ogen niet van hem afhouden • she couldn't take/keep her eyes off himzijn ogen laten gaan over • run one's eye overmet de ogen verslinden • devour with one's eyeseen gevaar onder ogen zien • recognise a dangeronder het waakzame oog van • under the watchful eye of(zo) op het oog • on the face of itiets/iemand op het oog hebben • 〈 figuurlijk, denken aan〉 have something/someone in mind, have one's eye on something/someone〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • keep/bear something in mindzijn oog viel op haar • his eye fell on her3 aan het oog onttrokken • hidden/concealed from view/sightzo ver het oog reikt • as far as the eye can seein het oog lopen/springen • catch the eyein het oog lopend • conspicuous, noticeablein het oog krijgen • catch sight ofuit mijn ogen! • get out of my sight!uit het oog raken • disappear from sightiets uit het oog verliezen • lose sight of something〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • out of sight, out of mindin hun ogen betekent hij niet veel • he doesn't amount to much in their eyesoog in oog staan met • come face to face within mijn ogen • in my opinion/view -
10 pakken
1 [te voorschijn halen] get, take, fetch3 [betrappen] catch5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:een extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a pendan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈 tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the armiets te pakken krijgen • lay one's hands on somethingde verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own agehet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈 erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the busze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈 bij de neus nemen ook〉 they really made me look silly1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:het betoog pakte de toehoorders • the speech held the audience2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing -
11 aanraking
1 [het aanraken/aangeraakt worden] touch♦voorbeelden:in aanraking brengen met • bring into contact with -
12 lens
lens1〈de〉1 lens♦voorbeelden:1 bolle/convergerende lenzen • convex/converging lensesharde lenzen • hard (contact) lensesholle/divergerende lenzen • concave/diverging lenseszachte/vloeibare lenzen • soft/hydrophilic (contact) lenses————————lens2♦voorbeelden:zich lens trappen • pedal with all one's might -
13 anschluss
1 contact♦voorbeelden: -
14 langs
langs1〈 bijwoord〉1 [in de lengte naast] along2 [aan] round ⇒ in, by3 [voorbij] past4 [in de lengte/richting van] along♦voorbeelden:1 in een boot de kust langs varen • sail along the coast, skirt the coast2 ik kom nog wel eens langs • I'll drop in/round/by sometime¶ iemand ervan langs geven, ervan langs krijgen • let someone have it, (really) get/catch itiemand er ongenadig van langs geven • give someone hell————————langs2〈 voorzetsel〉1 [in de lengte van] along2 [via] via ⇒ by (way/means of)3 [voorbij] past4 [aan bij] in at♦voorbeelden:langs de rivier wandelen • go for a walk along the riverhier/daar langs • this/that waylangs elkaar heen praten/leven • talk at cross-purposes, live without (any) real contact4 wil jij even langs de bakker rijden? • could you just drop in at the bakery? -
15 contacteren
v. contact, establish communication, connect (with someone or something) -
16 aansluiting
2 [verkeer] connection3 [het in verbinding gebracht worden] connection♦voorbeelden:1 aansluiting vinden bij iemand/iets • join in with someone/somethingaansluiting van Spanje bij de EEG • Spain's entry (in)to the EEC -
17 geen anschluss krijgen
geen anschluss krijgenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen anschluss krijgen
-
18 iemand uit het oog verliezen
iemand uit het oog verliezenlose sight of/ 〈 contact〉 touch with someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand uit het oog verliezen
-
19 in aanraking met iemand komen
in aanraking met iemand komenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in aanraking met iemand komen
-
20 omdraaien
1 [een draai maken om] turn (round)4 [figuurlijk] [van mening veranderen] swing /shift/switch round♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [met betrekking tot situaties] reverse ⇒ swing/shift round♦voorbeelden:het contact(sleuteltje) omdraaien • turn the ignition keyzich omdraaien • turn/roll over (on one's side)de zaak omdraaien • twist/turn things round
- 1
- 2
См. также в других словарях:
contact — [[t]kɒ̱ntækt[/t]] ♦♦ contacts, contacting, contacted 1) N UNCOUNT: also N in pl, oft N with/between n Contact involves meeting or communicating with someone, especially regularly. Opposition leaders are denying any contact with the government in… … English dictionary
contact — con‧tact [ˈkɒntækt ǁ ˈkɑːn ] noun [countable] a person you know who may be able to help or advise you, especially because of the work they do: • He has a lot of contacts in the media. • There are some excellent opportunities around, if you ask… … Financial and business terms
contact — n Contact, touch mean the state or fact of coming into direct connection or close association with someone or something. Contact implies the mutual relation between two bodies that impinge upon each other {the tangent at its point of contact with … New Dictionary of Synonyms
Contact Dance — Contact Dance, or Contact Improvisation ( Contact Improv ), is an emerging dance art that can be done solo (in contact with the self, the ground, an object, etc...), yet usually is improvised with others generally one partner, sometimes with many … Wikipedia
Contact high — is a phenomenon that sometimes occurs in otherwise sober people and animals who come into contact with someone who is under the influence of drugs. It involves a supposed transfer of the psychological state of height. A glossary of drug users… … Wikipedia
contact — ► NOUN 1) the state or condition of physical touching. 2) (before another noun ) caused by or operating through physical touch: contact dermatitis. 3) the state or condition of communicating or meeting. 4) a meeting or communication set up with… … English terms dictionary
contact — I UK [ˈkɒntækt] / US [ˈkɑnˌtækt] noun Word forms contact : singular contact plural contacts *** Get it right: contact: When contact means communication between people, countries, or organizations , it is usually an uncountable noun, so ▪ it is… … English dictionary
contact — 1 noun 1 COMMUNICATION (U) communication with a person, organization, country etc (+ with): He s not had any contact with his son for months. (+ between): There is very little contact between the two tribes. | be/get/stay in contact (with): We… … Longman dictionary of contemporary English
contact — con|tact1 W2S3 [ˈkɔntækt US ˈka:n ] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(communication)¦ 2¦(touch)¦ 3¦(experience)¦ 4¦(person)¦ 5 contacts 6 point of contact 7¦(electrical)¦ 8¦(eyes)¦ ▬▬▬▬▬▬▬ [Date: 1600 1700; : French; Origin … Dictionary of contemporary English
contact — con|tact1 [ kan,tækt ] noun *** ▸ 1 communication ▸ 2 touching each other ▸ 3 contact lens ▸ 4 useful person you know ▸ 5 electrical machine part 1. ) count or uncount communication between people, countries, or organizations either by talking or … Usage of the words and phrases in modern English
contact — noun /ˈkɒntækt / (say kontakt) 1. the state or fact of touching; a touching or meeting of bodies. 2. immediate proximity or association. 3. Electricity the moving part of a switch or relay which completes and breaks the circuit. 4. Mathematics a… …